All-in loon blijkt niet uit loonstrook

All-in loon blijkt niet uit loonstrook

11 november 2018 Uit Door 100% Werkgeverscoach

 Recht op nabetaling!

Mag een werkgever een all-in loon betalen aan een werkneemster en is dit op de juiste wijze gebeurd? Volgens de kantonrechter in Rotterdam is op de loonstroken niet voldoende duidelijk gespecificeerd waaruit het loon was samengesteld. De werkneemster heeft recht op vergoeding voor niet-genoten vakantiedagen en achterstallige vakantiebijslag.salarisverwerking uitbesteden,loonverwerking,salarisverwerking, loonadministratie, alles over loon,salaris advies, hr scan,loonadministratie,salaris verwerking,wet en regelgeving,werkgevers ondersteuning,juridische personeelszaken,budgetcoach,verzuim oplossingen, verzekering ziekteverzuim, ziekteverzuimverzekering, verzekeringen,

Een werkneemster vordert:

  1. een bedrag van € 3.283,63 aan vergoeding voor de niet genoten vakantiedagen in de periode vanaf 1 juli 2014 tot 1 juni 2018 en een bedrag van € 3.713,84 aan achterstallige vakantiebijslag over de periode vanaf 1 juni 2014 tot en met 31 mei 2018.
  2. de bruto/netto salarisspecificaties met betrekking tot de te verrichten betalingen aan vergoeding voor de niet genoten vakantiedagen en achterstallige vakantiebijslag.

De werkneemster geeft hiervoor de volgende redenen: zij ontving van de werkgever geen vakantiebijslag en kreeg feitelijk geen kans om op vakantie te gaan onder doorbetaling van salaris. Als zij vrij nam, dan kreeg zij over de vrije dagen geen loon uitbetaald. Daarnaast heeft zij over de periode vanaf 1 juni 2014 tot en met 31 mei 2018 de door werkgever aan haar verschuldigde vakantiebijslag niet, in ieder geval niet volledig, uitbetaald gekregen.

Wat zegt werkgever?

De werkgever stelt dat uit de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst blijkt dat uitdrukkelijk is afgesproken dat het overeengekomen salarisbedrag inclusief de uitbetaling van vakantie-uren en vakantiegeld is.

De werkgever heeft in de periode vanaf juli 2014 tot en met april 2017 het vakantiegeld en de vergoeding voor de vakantie-uren niet gespecificeerd op de loonstroken, maar dit betekent niet dat zij deze niet heeft uitbetaald. Sinds januari 2015 lag het uurloon van de werkneemster hoger dan het cao-loon én gold dat het uurloon inclusief het vakantiegeld en de vergoeding voor vakantiedagen was.

Wat zegt kantonrechter?

Artikel 5 uit de arbeidsovereenkomst tussen partijen luidt als volgt:

“Werknemer ontvangt een salaris volgens CAO (functie groep 1) door werkgever te voldoen aan het begin van iedere maand voor de maand ervoor. Vakantietoeslag, uitbetaalde vrije dagen en overige toeslagen zijn bij het salaris inbegrepen.”

De inhoud van deze bepaling is volgens de kantonrechter onduidelijk. Op de arbeidsovereenkomst is de Horeca-cao van toepassing. Uit deze cao blijkt niet dat conform deze cao een all-in loon wordt afgesproken. Uit voornoemde bepaling blijkt dat partijen met elkaar zouden hebben afgesproken dat het loon van de werkneemster een zogenoemd all-in loon zou zijn. Hoe hoog het uurloon of het maandloon van de werkneemster – inclusief en exclusief vakantietoeslag en vergoeding voor de vakantie-uren – zou zijn, blijkt niet uit deze bepaling.

Vakantiebijslag

Volgens artikel 17 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag moet de vakantiebijslag in de maand juni worden uitgekeerd, maar mag van dit tijdstip worden afgeweken, zolang de uitbetaling ten minste eenmaal per kalenderjaar gebeurt. De werkgever mocht dus afspreken dat de vakantiebijslag tegelijk met elke loonbetaling zou plaatsvinden. Voor de werkneemster moet wel voldoende duidelijk zijn dat de werkgever per loonbetaling ook de vakantiebijslag uitkeert, zodat de afspraak dat de vakantietoeslag inbegrepen is in het salaris niet per definitie veelzeggend is.

De werkgever is verplicht een schriftelijke specificatie van het uitbetaalde loon aan de werkneemster te verstrekken waaruit duidelijk moet blijken waaruit het loonbedrag is samengesteld. Uit geen van de overgelegde loonstroken uit de periode juli 2014 tot april 2017 blijkt dat het vakantiegeld tegelijk met het maandelijkse loon werd uitbetaald.

Er zijn geen verdere omstandigheden of feiten gesteld of gebleken waaruit blijkt of kan worden afgeleid dat voor de werkneemster voldoende duidelijk was dat zij de vakantiebijslag bij iedere salarisronde ontving en waaruit haar loon was samengesteld.

Het feit dat de werkneemster vanaf 2015 een hoger uurloon ontving dan het basisuurloon conform cao, zoals de werkgever stelde, betekent niet dat er daarom van moet worden uitgegaan dat de vakantiebijslag in dat hogere uurloon was opgenomen.

Wat betreft het loonstrookje uit april 2017 en de loonstroken daarna valt volgens de werkneemster af te leiden dat de werkgever het uurloon ad € 11,12 ineens had opgesplitst, terwijl partijen een dergelijk all-in uurloon niet zijn overeengekomen.

De werkgever heeft de kantonrechter er niet van overtuigd dat dit uurloon niet als basisuurloon exclusief vakantiebijslag en vergoeding voor de vakantiedagen mocht worden opgevat door de werkneemster. Hieruit volgt dat er niet van kan worden uitgegaan dat de werkgever vanaf april 2017 de vakantiebijslag waar de werkneemster recht op had volledig heeft betaald.

De werkgever is nog een bedrag van € 3.713,84 bruto aan de werkneemster verschuldigd.

Vakantiedagen

Het betalen van een loon, waarin een vergoeding voor de (opgebouwde) vakantiedagen inbegrepen is, is slechts toegestaan, indien dit niet belemmert dat de werknemer feitelijk vakantie opneemt én duidelijk gespecificeerd in de loonstroken vermeld staat welk gedeelte van het uitbetaalde loon de loonwaarde van de vakantiedagen behelst. In dit geval is hier geen sprake van geweest.

De werkneemster kreeg geen kans verlof op te nemen en in ieder geval tot april 2017 bleek uit de loonstroken niet dat een gedeelte van het loon zag op de vakantiedagen.

De werkneemster heeft nog recht op een bedrag van € 3.283,63 bruto over die periode aan vergoeding voor de niet genoten vakantiedagen toekomt.

De gevorderde bedragen aan achterstallige vakantiebijslag en vergoeding voor de niet genoten vakantiedagen van € 3.713,84 bruto respectievelijk € 3.283,63 bruto, berekend tot 1 juni 2018 wijst de kantonrechter toe.

De vordering tot het verstrekken van bruto-netto specificaties wijst de kantonrechter ook toe.

Uitspraak Rechtbank Rotterdam, 11 oktober 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:8427

werkgeverscoach, personeelszaken, werknemers- werkgevers,werkgeverschap,werkgevers advies,advies werkgevers,salariszaken, personeelszaken, hr ondersteuning,