Wet en regelgeving 1 januari 2018

Wet en regelgeving 1 januari 2018

29 december 2017 Uit Door 100% Werkgeverscoach

hrm kennisbank, hrm ondersteuning, hrm uitbesteden,

Ben je ondernemer of in loondienst? Let op deze veranderingen per 1 januari 2018

In 2018 nemen we per thema de belangrijkste financiële veranderingen voor u portemonnee door. In het laatste deel van de serie staan ondernemers en werknemers centraal. Wat heeft 2018 in petto voor de hardwerkende Nederlander? Grote veranderingen staan er niet op stapel voor ondernemers. Mkb’ers, Zzp’ers en opdrachtgevers hoeven ook de komende maanden niet te vrezen voor boetes of naheffingen voor het niet naleven van de Wet DBA, die schijnzelfstandigheid moet tegengaan. Er is een nieuwe wet in de maak, maar dat kan nog even duren. Ondernemers die mensen in dienst nemen van 56 jaar of ouder, krijgen straks een compensatie als deze werknemers vanwege ziekte uitvallen. De overheid probeert zo ondernemers te stimuleren om langdurig werkloze ouderen aan te nemen. Verder worden diverse bedragen aangepast, zoals de maximale inleg voor de Fiscale Oudedagreserve (FOR) en de ontslagvergoeding.  

Wet en regelgeving wijzigingen per 1 januari 2018:

Voorlopig geen boetes voor wet DBA

Zzp’ers en opdrachtgevers hoeven voorlopig niet bang te zijn voor een boete of naheffing van de fiscus voor het niet naleven van de Wet DBA (officieel: de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties), die schijnzelfstandigheid zou moeten tegengaan. De wet wordt in elk geval tot 1 juli 2018 niet gehandhaafd. Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken hoopt begin volgend jaar meer duidelijkheid te kunnen verschaffen aan alle partijen hoe ze hun zakelijke relatie moeten vormgeven. Hij verwacht pas in 2020 met een nieuwe wet te komen.  

Btw-aangifte corrigeren alleen nog digitaal

Heb je een fout gemaakt bij je btw-aangifte, dan kun je dat corrigeren met een zogeheten suppletie omzetbelasting. Vanaf 1 januari 2018 kan dat alleen nog digitaal.  

Sommige aftrekposten iets aangepast

Voor ondernemers bestaan er diverse interessante aftrekposten voor investeringen. Er zijn drie smaken: de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek.  

als de KIA

    De KIA is het meest bekend. Deze is bedoeld voor ondernemers die kleine tot middelgrote investeringen doen. Komend jaar gaat de bovengrens om voor aftrek in aanmerking te komen omhoog van 312.176 euro naar 314.673 euro. Ook worden sommige aftrekbedragen iets verruimd, waardoor je wellicht een wat hoger bedrag kunt aftrekken van je winst. De bedrijfsmiddelen waarin je investeert moeten wel in aanmerking komen voor deze aftrekpost.  

de EIA

    De energie-investeringsaftrek (EIA) is bedoeld om investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen of in duurzame energie te stimuleren. Het aftrekpercentage voor de EIA daalt al enkele jaren. Komend jaar bedraagt dit 54,5 procent: een half procentpunt lager dan nu. Net als dit jaar kom je alleen in aanmerking voor deze aftrekpost bij investeringen boven de 2.500 euro. De bovengrens schuift wel naar boven, van 120 naar 121 miljoen euro. Welke investeringen hiervoor in aanmerking komen, kun je checken op deze website.

Andere aftrekposten blijven gelijk

De Milieu-investeringsaftrek (MIA), gericht op investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, blijft ongewijzigd. Ook andere bekende aftrekposten, zoals de zelfstandigenaftrek, de starters- en stakingsaftrek veranderen niet. Dat geldt eveneens voor de mkb-winstvrijstelling. De aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) daarentegen gaat wel iets omhoog, van 12.4522 euro naar 12.623 euro. Als je in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij jou in die periode niet meer dan tweemaal de S&O-aftrek is toegepast, wordt de aftrek verhoogd met 6.315 euro. Dat is een iets hoger bedrag dan dit jaar (6.264 euro).  

Starterskrediet omhoog

Het maximale starterskrediet stijgt in 2018 licht, van 35.677 euro naar 36.155  

Hogere inleg FOR

De Fiscale Oudedag Reserve (FOR) is een bedrag dat je als ondernemer in mindering mag brengen op de winst. Je hoeft hierover geen belasting te betalen tot je jouw bedrijf beëindigt. Komend jaar kun je een iets lager percentage van je winst gebruiken voor de FOR: 9,44 procent (tegen 9,8 procent nu). Ook daalt de maximale inleg. Deze bedraagt komend jaar 8.775 euro, tegen 8.946 euro nu.  

Hogere ontslagvergoeding

Wie wordt ontslagen, kan recht hebben op een ontslagvergoeding of transitievergoeding. De maximale transitievergoeding wordt komend jaar verhoogd naar 79.000 euro óf een jaarsalaris, als dat hoger is dan 79.000 euro. Nu is dat nog 77.000 euro. De transitievergoeding kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor scholing.  

No-risk voor werkloze vanaf 56 jaar

Ondernemers die mensen in dienst nemen van 56 jaar of ouder, krijgen vanaf 2018 een compensatie als deze werknemers vanwege ziekte uitvallen. Deze regeling geldt voor nieuwe medewerkers die langer dan één jaar werkloos zijn en een WW-uitkering ontvangen. De overheid wil hiermee werkgevers stimuleren om werkloze vijftigplussers aan te nemen. Nu moeten werkgevers het loon van elke zieke werknemer twee jaar doorbetalen en dat weerhoudt velen ervan om oudere mensen in dienst te nemen. En er is nog meer goed nieuws: de ziekte van deze werknemers leidt niet tot een hogere premie voor de ziektewet.  

Minimumloon iets omhoog

Het minimum loon gaat op 1 januari 2018 met 0,8 procent omhoog. Werknemers vanaf 22 jaar hebben bij een fulltime dienstverband recht op 1.578 euro per maand. Nu is dat nog 1.565,40 euro. Ook het minimumjeugdloon stijgt met 0,8 procent. Ter compensatie kunnen werkgevers wel een tegemoetkoming krijgen als zij jongeren van 18 tot en met 21 jaar in dienst hebben.  

Ook minimumloon bij overwerk

Vanaf 1 januari moeten werknemers ook minimaal het minimumloon ontvangen voor overwerk. Dit geldt ook voor personeel dat in deeltijd werkt en extra uren draait. Ook moeten werkgevers 8 procent vakantietoeslag betalen over de uitbetaalde overuren. Verder hebben mensen die op basis van een zogeheten opdrachtovereenkomst (ovo) werken  voortaan recht op het wettelijk minimumloon. Zzp-ers vallen daarbuiten.  

Loonkostenvoordeel vervangt premiekortingen

Ondernemers die werkloze ouderen, jongeren en arbeidsgehandicapten in dienst nemen, krijgen komend jaar te maken met het loonkostenvoordeel (LKV) in plaats van premiekortingen. Dit moet werkgevers stimuleren om mensen in dienst te nemen die het lastiger hebben op de arbeidsmarkt. Ondernemers zijn nu nog zelf verantwoordelijk voor het berekenen en verrekenen van de premiekorting via de loonaangifte. Straks keert de Belastingdienst het hele bedrag in één keer uit, na afloop van het jaar.  

AOW-leeftijd verder omhoog

De AOW-leeftijd stijgt met drie maanden naar 66 jaar. Dit betekent dat je nog langer AOW-premies moet betalen en je AOW-uitkering ook later zult ontvangen. Verder neemt de hoogte van de AOW-uitkering komend jaar iets toe. De komende jaren gaat de AOW-leeftijd nog verder in stappen omhoog, naar 67 jaar en drie maanden in 2022. Daarna wordt de verhoging gekoppeld aan de levensverwachting. Omdat deze minder hard stijgt dan verwacht, gaat de AOW-gerechtigde leeftijd in 2023 niet verder omhoog.  

Pensioenen

Nederlanders met een aanvullend pensioen of een lijfrente-uitkering tot 2.750 euro gaan er komend jaar netto iets op vooruit. Dit varieert van 1,25 tot 6,88 euro per maand, afhankelijk van de hoogte van je pensioen. De bijdrage voor de Zorgverzekeringswet gaat omhoog en de meeste pensioenen worden komend jaar niet geïndexeerd. Daar staat wel een hogere ouderenkorting tegenover.  

Werkbonus verdwijnt

Vanaf 1 januari 2018 vervalt de werkbonus.  

Heffingskortingen aangepast

Heffingskortingen zijn kortingen op de belasting die je bent verschuldigd. Hoe hoger de korting, hoe minder belasting je hoeft te betalen en hoe meer je dus netto overhoudt. De algemene inkomensafhankelijke heffingskorting gaat komend jaar omhoog voor mensen met een inkomen tot 20.142 euro. Ook de maximale arbeidskorting voor lagere inkomens gaat fractioneel omhoog. Verder worden de tarieven voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting iets aangepast. De nieuwe tarieven vind je hier.  

Aanpassing belastingschijven

De derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting wordt met 995 euro verlengd, waardoor je pas later in het toptarief terechtkomt. Ook de eerste schijf wordt verlengd. Verder wijzigen de tarieven. Het tarief in de tweede en derde schijf gaat licht omhoog, terwijl het tarief in de vierde schijf iets omlaag. De exacte bedragen lees je in dit artikel.  

Zwartspaarders harder bestraft

De inkeerregeling voor buitenlands vermogen wordt vanaf 1 januari afgeschaft. Je hebt dus nog tot de jaarwisseling om buitenlands vermogen te melden aan de fiscus. Daarna riskeer je strafrechtelijke vervolging en een boete die kan oplopen tot 300 procent van de verschuldigde belasting.  

Hoger vermogen bijstandsuitkering

Zit je in de bijstand, dan mag je komend jaar een iets hoger vermogen bezitten. Ben je een alleenstaande ouder of voer je een gezamenlijke huishouding, dan mag je 12.040 euro aan eigen vermogen, zoals spaargeld, hebben. Nu is dat nog 11.880 euro. Voor alleenstaanden ligt de grens op 6.020 euro (tegen 5.940 euro nu). Bij de berekening van het eigen vermogen telt ook de overwaarde op een eigen huis mee.  

Tijdelijke bijstand ondernemers

    Wie al langere tijd ondernemer is en tijdelijk niet rond kan komen, kan in aanmerking komen voor een zogeheten Bbz-uitkering. Deze vult het inkomen aan tot bijstandsniveau. Het is een tijdelijke tegemoetkoming: je kunt er in principe maximaal twaalf maanden van gebruik maken. Wie hiervoor komend jaar in aanmerking wil komen, mag een vermogen hebben van 188.997 euro. Dat is iets hoger dan nu (186.498 euro). Kom je boven de grens uit, dan wordt de uitkering gegeven in de vorm van een lening. Eigen vermogen dat aan je bedrijf is verbonden, wordt bij de berekening van dat bedrag buiten beschouwing gelaten. Bron: BI HR kennisbank, voor HR medewerker - leidinggevende hrm ondersteuning,hrm hulp, kennis hrm, vakkennis hrm,