Meer druk op vast personeel door coronacrisis

Omdat bedrijven vanwege de coronacrisis veel van hun tijdelijke werknemers op straat zetten, wordt de druk op personeel met een vast contract groter. Werkgevers moeten daarom zorgen dat hun werknemers op meerdere plekken in het bedrijf inzetbaar zijn, adviseert TNO.

Het onderzoeksinstituut houdt iedere twee jaar een grote enquête onder werkgevers in het bedrijfsleven, de overheid en de non-profit-sector om te peilen hoe zij omgaan met hun personeel.

Afscheid van flexibele schil

Door de coronacrisis nemen veel organisaties ‘noodgedwongen afscheid van hun flexibele schil’, constateert Frans van der Zee, econoom bij TNO. Daardoor komt nu en na de crisis ‘meer de nadruk op vast personeel te liggen’.

Om dat op te vangen, is ‘interne flexibilisering’ noodzakelijk. Dat betekent dat werkgevers hun werknemers meer vrijheid moeten geven op het gebied van werktijden, thuiswerken en roosters. Dat is vooral het geval in sectoren als ict, dienstverlening en de zorg. In landbouw, industrie, handel en horeca wordt veel minder dan gemiddeld overgelaten aan de werknemer.

Breed inzetbaar niet nodig

Vorig jaar voerde 45 procent van de werkgevers een beleid waarbij personeel breed ingezet kan worden, dat lag vijf jaar eerder nog op 51 procent. In de afgelopen jaren leunden bedrijven voor flexibiliteit op ingehuurde krachten, mede door de krappe arbeidsmarkt omdat de economie zo goed draaide. Dat zal door de huidige crisis radicaal veranderen, omdat veel mensen hun baan kwijtraken of al kwijt zijn.

Werkdruk, lichamelijke belasting en te lang achter een beeldscherm zitten vormden volgens werkgevers vorig jaar opnieuw het grootste risico voor werknemers. Deze top drie is al jaren min of meer hetzelfde.

Bron:RTLZ