Aandelenbonussen mogen niet in vrije ruimte

Aandelenbonussen mogen niet in vrije ruimte

9 september 2020 Uit Door 100% Werkgeverscoach

Het aanwijzen van aandelenbonussen aan een beperkte groep werknemers is niet echt gebruikelijk. Dat oordeelt gerechtshof Amsterdam. De werkgever kan deze bonussen niet aanwijzen als eindheffingsloon.

salarisverwerking uitbesteden,loonverwerking,salarisverwerking, loonadministratie, alles over loon,salaris advies, hr scan,loonadministratie,salaris verwerking,wet en regelgeving,werkgevers ondersteuning,juridische personeelszaken,budgetcoach,verzuim oplossingen, verzekering ziekteverzuim, ziekteverzuimverzekering, verzekeringen,

Een naamloze vennootschap (nv) verstrekt aandelenbonussen aan leden van de groepsraad. In de jaren vóór 2012 heeft de nv deze bonussen bij de betreffende werknemers individueel verloond, waarbij de nettowaarde van de bonus is gebruteerd tegen 108,3%.

Vanaf 2012 past de nv de werkkostenregeling toe en wijst de aandelenbonussen aan als eindheffingsloon. De nv is onderdeel van een concern. Omdat de vrije ruimte overschreden is, geeft zij de waarde van deze bonussen aan als eindheffing tegen een tarief van 80%.

De inspecteur accepteert de aanwijzing als eindheffingsbestanddeel niet. De waarde van de aandelenbonussen bedraagt meer dan de doelmatigheidsgrens van € 2.400 per werknemer per jaar. De inspecteur rekent de bonussen tot het werknemersloon voor zover ze meer bedragen dan € 2.400. De werkgever gaat in beroep.

Volgens de Hoge Raad moet de inspecteur bewijzen dat de aanwijzing als eindheffingsloon niet gebruikelijk is. Een verwijzing naar de doelmatigheidsgrens van € 2.400 is hiervoor niet genoeg. De Hoge Raad verwijst de zaak naar het hof.

Beide partijen onderbouwen hun stellingen opnieuw.

 

Gebruikelijkheid binnen het concern

Een kleine groep werknemers ontvangt aandelenbonussen. Alleen voor deze groep wijst de werkgever de bonus aan als eindheffingsloon. Er is geen aanwijzing dat andere werknemers dezelfde aandelenbonus krijgen en dat de werkgever dit aanwijst als eindheffingsloon.

De inspecteur is daarom van mening dat het binnen het concern niet gebruikelijk is om bonussen onder te brengen in de vrije ruimte.

 

Gebruikelijkheid bij andere bedrijven

De Belastingdienst heeft een vragenlijst naar 88 vergelijkbare bedrijven verzonden om te onderzoeken of het gebruikelijk is dat een werkgever een bonus aanwijst als eindheffingsloon. Uit de vragenlijst blijkt dat meer dan de helft van deze bedrijven bonussen geeft aan werknemers. Er is maar 1 werkgever die bonussen aanwijst als eindheffingsloon. Bij deze werkgever zijn de bonussen beperkt van € 500 tot € 1.250.

Op basis van het bovenstaande heeft de inspecteur bewezen dat het niet gebruikelijk is om de aandelenbonussen aan te wijzen als eindheffingsloon. Volgens het hof is de uitvraag door de Belastingdienst representatief. Ook mag de Belastingdienst deze gegevens gebruiken om de gebruikelijkheid te onderzoeken.

Het hof oordeelt dat de nv de aandelenbonussen niet mag aanwijzen als eindheffingsloon. Het aanwijzen van deze bonussen voldoet niet aan de gebruikelijkheidstoets.

 

Gerechtshof Den Haag: ECLI:NL:GHDHA:2020:1562
Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2019:1050

 

 

Overheid 2020, Belastingdienst 2020, Sociale Zaken en Werkgelegenheid SZW 2020, regering, wet en regelgeving, wetten, regels, besluiten,