LKV – OVERGANGSRECHT

LKV – OVERGANGSRECHT

24 februari 2023 Uit Door 100% Werkgeverscoach

Het Kennisdocument Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

 

Vragen en antwoorden met betrekking tot de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

Dit zijn de wijzigingen vanaf 1 januari 2023 voor de LKV en de overgangsrecht:

    • Hoe vindt de overgang plaats van lopende premiekorting naar LKV?
    • Hoe wordt de resterende duur van het LKV berekend?
    • Hoe werkt het overgangsrecht voor banenafspraak-kandidaten van 56+ jaar?

U vindt het gehele Kennisdocument Wtl hier op de site of op rijksoverheid.nl.

Hoe vindt de overgang plaats van lopende premiekorting naar LKV?

Maakte de werkgever in 2017 gebruik van de premiekorting oudere of arbeidsgehandicapte werknemer? Dan heeft hij vanaf 1 januari 2018 recht op 1 van de 4 nieuwe loonkostenvoordelen, voor de resterende periode dat hij nog recht zou hebben op de premiekorting. De resterende periode is de maximale duur van de premiekorting (dus 1 of 3 jaar) min de tijd tussen het begin van de dienstbetrekking en 1 januari 2018. Het maakt niet uit of in die tijd de premiekorting een tijd niet is toegepast.

Voorbeeld: Voor een werknemer die op 1 juli 2015 in dienst is gekomen, past de werkgever sinds 1 augustus 2015 de premiekorting oudere werknemer toe. In mei en juni 2017 heeft deze werknemer onbetaald verlof. De werkgever heeft maximaal 3 jaar recht op de premiekorting. De tijd tussen het begin van de dienstbetrekking en 1 januari 2018 is 2 jaar en 6 maanden. Met ingang van 1 januari 2018 heeft de werkgever nog 6 maanden recht op een loonkostenvoordeel, tot 1 juli 2018.

Om in aanmerking te komen voor de nieuwe loonkostenvoordelen, moet de werkgever wel aan deze 3 voorwaarden voldoen:

    1. De werkgever geeft in de aangifte over het laatste aangiftetijdvak van 2017 aan dat hij voor een werknemer de premiekorting oudere werknemer of arbeidsgehandicapte werknemer toepast. Vergeet hij dat of kan hij dat nog niet doen omdat de werknemer bijvoorbeeld net in dienst is en hij nog geen doelgroepverklaring voor de premiekorting oudere werknemer heeft? Dan moet de werkgever dat uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.
    1. De werkgever vult in deze aangifte ook het bedrag aan premiekorting in waar hij recht op heeft. Vergeet hij dat of kan hij dat nog niet doen, dan moet hij dat uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.
    1. De werkgever geeft in de aangiften over 2018 aan dat hij één of meer loonkostenvoordelen voor deze werknemer wil aanvragen. Hij vraagt voor de werknemer de loonkostenvoordelen aan die overeenkomen met de premiekortingen waarop hij voor hem recht had in het laatste aangiftetijdvak van 2017. UWV beoordeelt op basis van onder andere de Polisadministratie voor welke werknemers de werkgever recht heeft op een loonkostenvoordeel.
Let op: – De premiekorting jongere werknemer is vervallen per 1 januari 2018. – Voor werknemers die vallen onder de overgangsregeling, heeft de werkgever voor het aanvragen van het LKV geen doelgroepverklaring nodig. Voor het toepassen van de premiekorting oudere werknemer in 2017 heeft de werkgever wel gewoon een doelgroepverklaring nodig.

Hoe wordt de resterende duur van het LKV berekend?

De resterende duur wordt bepaald op basis van de oudste datum aanvang inkomstenverhouding, de soort premiekorting en de datum van de invoering LKV. Deze duur wordt bepaald door de maximale duur van de premiekorting (1 of 3 jaar) te verminderen met de periode tussen de datum aanvang van de inkomstenverhouding en de datum invoering LKV. Hierbij wordt geen rekening gehouden met perioden waarbij door de werkgever voor de betreffende werknemer geen premiekorting is toegepast, bijvoorbeeld door onbetaald verlof.

Hoe werkt het overgangsrecht voor banenafspraak-kandidaten van 56+ jaar?

Als er premiekorting voor een arbeidsgehandicapte werknemer is toegepast (ter hoogte van € 2.000,00 per kalenderjaar) voor een werknemer die 56 jaar of ouder is, dan wordt die voor de resterende duur onder voorwaarden omgezet naar het LKV ter hoogte van eveneens € 2.000,00 (categorie banenafspraak en scholingsbelemmerden). Het maakt daarbij niet uit wat de leeftijd is van de werknemer, ook als die 56 jaar of ouder is.

Personen van 56 jaar of ouder met een arbeidsovereenkomst met een ingangsdatum vanaf 1 januari 2018 kunnen, ondanks eventuele plaatsing via de banenafspraak, wel in aanmerking komen voor het LKV categorie Oudere werknemers ter hoogte van maximaal € 6.000,00. Dit geldt indien zij voorafgaand aan de indiensttreding een uitkering van de gemeente ontvingen op grond van de bijstand (Participatiewet, inclusief Bbz) of een IOAW of IOAZ-uitkering en er door de25 gemeente een doelgroepverklaring is verstrekt. De werknemer kan de doelgroepverklaring LKV voor 56+ in dat geval bij de eigen gemeente aanvragen.

Overheid, RVO, Kabinet, Belastingen, wet en regelgeving NL